|
||||||||
|
Dit is het vierde album van The Workshop, een Franse jazzgroep geleid door altsaxofonist Stéphane Payen; verder zijn te horen : Olivier Laisney op trompet, Sylvain Debaisieux op tenorsax, Bo van der Werf op baritonsax, Tam de Villiers op gitaar, Jim Hart op Vibrafoon, Guillaume Ruelland op bas en Vincent Sauve op drums. De muziek die Payen maakt met The Workshop mogen we scharen onder moderne jazz zonder direct te denken aan free jazz, het blijft wel gestructureerd. In het openingsnummer “Valse” is er weinig te bespeuren van een wals, de muzikale lijnen van de verschillende instrumenten lopen min of meer door elkaar zonder in een kakafonie te raken, in hoeverre hier sprake is van compositie of improvisatie is niet geheel duidelijk maar ik vermoed dat improviseren wel een belangrijke rol speelt. “Sabar Morphing” bevat in de intro de altsax van Payen en de drums van Daume waarna langzaam de rest van het octet zich aansluit, de structuur is duidelijker dan in het openingsnummer, echte solo’s waarbij met name het trompetspel van Laisney zich onderscheidt, slagwerker Vincent Sauve blijft niet op de achtergrond maar is actief op de voorgrond aanwezig, ook een kenmerk van de hedendaagse jazz. In ”In and Out” bijt de Belgische saxofonist Bo van der Werf het spits af met zijn baritonsax , altijd imposant om dat geluid te horen. De spanning bouwt zich allengs steeds meer op in een samenspel van alle blazers waarna er in een lagere versnelling wordt overgeschakeld en het einde al weer daar is. “Next 5” is opgebouwd rond een aantrekkelijk thema dat heen en weer wiegt totdat er een verbrokkeling plaats vind en de instrumenten allen hun eigen weg lijken te gaan, alleen het ritme blijft. Tenslotte breekt er geen totale chaos uit en volgt er een solo van Payen, spannend opgebouwd dat zeker met een compliment aan drummer Vincent Sauve die onverstoorbaar alles aan elkaar rijgt met stuwend spel. “Guide by steps” is duidelijk minder avant-garde dan het voorgaande nummer, hier wordt de spanning langzaam opgebouwd via een stapsgewijze manier, kort maar krachtig. “Mascaret” sluit het album af met duistere tonen die overgaan in heldere trompetklanken waarna De Villiers zijn gitaar laat “spreken”. En dan blijkt er nog een nummer te komen, staat niet op de hoes maar mijn pc geeft aan “Valse Fontome”, ik denk dat het valse fantome moet zijn, we horen hier alleen langzaam wegstervende noten van de vibrafoon. Alweer een boeiend album van The Workshop na More conversations with the drums dat ik vorig jaar recenseerde. Jan van Leersum.
|